Graanacademie stapt tweede jaar in
Bij de Graanacademie hebben veertig graantelers zich vorig jaar in vier expertisegroepen beziggehouden met bodem en bemesting, precisielandbouw, duistbestrijding en grondbewerking. Daar gaan de vier groepen telers dit jaar mee verder. 'Er zijn voldoende open eindjes om door te gaan', zegt begeleider Jaap van 't Westeinde.
De Graanacademie is een initiatief van Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA), Delphy en graantelers in de provincie Groningen, vooral het Oldambt. De academie is in 2015 opgericht. Begin vorig jaar is de Graanacademie van start gegaan, die qua opzet lijkt op de Pootaardappelacademie.
'We hebben in het begin veertig deelnemers als maximum gesteld, want bij kennisuitwisseling tussen telers moet je niet werken met grote groepen. In kleine groepen durven mensen beter hun inbreng te geven. We hebben om die reden telers teleur moeten stellen', zegt Jaap van 't Westeinde van SPNA-proefboerderij Ebelsheerd in Nieuw Beerta.
Discussie
Medewerkers van SPNA en Delphy zorgen voor de procesbegeleiding. 'Bij de Graanacademie gaat het vooral om discussie tussen telers onderling. De graantelers geven zelf aan waar ze behoefte aan hebben en welke thema's aan bod komen', legt Van 't Westeinde uit.
De graantelers geven zelf aan waar ze behoefte aan hebben
Jaap van 't Westeinde, SPNA-proefboerderij Ebelsheerd in Nieuw Beerta
Met een inventarisatie hebben de graantelers zelf kunnen aangeven welke onderwerken van belang zijn om mee aan het werk te gaan. Op basis daarvan zijn vier expertisegroepen tot stand gekomen. Vervolgens konden de telers zich inschrijven voor een groep. Elke groep bestaat uit zo'n tien deelnemers.
Kennis uitwisselen
'Enkele telers wilden in meerdere groepen deelnemen, maar dat hebben we niet gedaan. Binnenkort komt er een bijeenkomst waar de groepen de kennis en ervaringen onderling kunnen uitwisselen. De kennis blijft, zeker in eerste instantie, exclusief voor de leden van de Graanacademie.'
Volgens plan komen de deelnemers minimaal vier keer per jaar bij elkaar. 'De meeste groepen zijn vaker bij elkaar geweest. Elke groep heeft wel een demonstratieobject in het veld en het is mooi om die enkele keren per jaar te bekijken', geeft de onderzoeker van Ebelsheerd aan.
Terug naar school
Elke expertisegroep probeert de onderwerpen vanaf de basis te benaderen. 'In het begin gaan de deelnemers terug naar school. Wat zijn de eigenschappen van duist en hoe groeit het? Uiteindelijk komen we terecht bij de bestrijding. Die werkwijze geldt ook voor de andere groepen.'
Duist is een lastig graanonkruid, vooral omdat deze grassoort steeds vaker resistentie vertoont tegen onkruidbestrijdingsmiddelen. 'Duist is nog steeds een groot probleem en dat blijft het ook. De Graanacademie komt niet opeens met een oplossing. In Duitsland is het ook een probleem, om over Engeland nog maar te zwijgen.'
Precisielandbouw
De expertisegroep precisielandbouw kijkt vooral naar de mogelijkheden om de stikstofbemesting te sturen en deze plaatsspecifiek toe te dienen. 'Moet je bijvoorbeeld een slechte plek in een perceel meer bemesten of juist minder', vraagt Van 't Westeinde zich af.
'Je moet niet de illusie hebben dat we in enkele jaren met een pasklaar handboek komen voor bijvoorbeeld precisiebemesting met stikstof. Wel zien we dat we stapjes vooruitzetten. Het is altijd de keuze van de individuele teler om te beoordelen of hij of zij er in de teelt wel of niet wat mee doet.'
Grondbewerking
Bij grondbewerking kijken de graantelers naar werktuigen die de bodem minder intensief bewerken en naar varianten van gangbaar ploegen. 'Bij de keuze voor een bepaalde strategie zullen de kosten waarschijnlijk doorslaggevend zijn. Saldoverhoging bij graan heeft de Graanacademie niet als doel gesteld, maar het zal bij de telers zeker meespelen', denkt de SPNA-onderzoeker.
De financiële middelen voor de Graanacademie komen van provincie Groningen, het Risicofonds voor de Graanhandel en van de deelnemers zelf. Delphy en SPNA brengen mankracht in. 'Er zijn ketenpartijen die belangstelling hebben. Wij zetten die partijen naar behoefte in, maar houden vooralsnog vast aan de onafhankelijke financiering', zegt Van 't Westeinde.
Geld toegezegd
Ook voor dit jaar hebben het Risicofonds voor de Graanhandel en de provincie geld toegezegd. 'Elk jaar kijken we in eerste instantie of er nog behoefte is om met de Graanacademie door te gaan. Dat is dit jaar het geval. Voor de vier expertisegroepen liggen er ook nog genoeg vragen om verder te gaan. In tweede instantie kijken we of we de financiering rond kunnen krijgen.'
De onderzoeker gaat ervan uit dat op een gegeven moment een expertisegroep klaar is. 'Misschien komt er dan ruimte om een nieuw onderwerp op te pakken. En misschien komt er dan ruimte voor de telers die we bij de start van de Graanacademie teleur hebben moeten stellen. We houden dit jaar vast aan maximaal veertig telers. Op dit moment is er geen ruimte voor uitbreiding.'
Inzicht
Het praktijkonderzoek op proefboerderij Ebelsheerd staat los van de Graanacademie, maar de betrokkenheid levert wel voordelen op, moet onderzoeker Jaap van 't Westeinde toegeven. 'De Graanacademie geeft de proefboerderij inzicht in problemen die in de praktijk spelen. Er zijn al enkele vragen naar voren gekomen die hebben geleid tot een onderzoeksobject.'
Van 't Westeinde geeft een voorbeeld: 'Bij de expertisegroep bodem en bemesting is een spreker ingegaan op de rol van het bodemleven bij processen die zorgen voor het beschikbaar komen van mineralen. Met een proef, onder de paraplu van de Graanacademie, kijken we hoe dit in de praktijk met teeltmaatregelen is te sturen.'
Symbiose
De symbiose, de onderlinge samenwerking, is voor Ebelsheerd zonder twijfel waardevol. 'Met het opheffen van de productschappen is de financiering van onafhankelijk praktijkonderzoek onzekerder en dat merken we', zegt de onderzoeker.
Bron Nieuwe Oogst