Graanprijzen raken weer in de lift
De graanmarkt blijft grillig. De stemming wordt vaster. Vooral de tarweprijzen herstellen momenteel van de prijsdruk die er sinds begin maart is geweest.
De Rotterdamse graanbeurs gaf deze week een verhoging van de voertarweprijs aan van € 4,50 per ton naar € 227,50. Er was in de weken ervoor behoorlijk veel van de prijs gegaan, met soms sprongen van € 6 tot € 7 per ton ineens. Op de wereldmarkt was de tarwe vanuit de EU overigens toch nog minder concurrerend.
Mais snel duurder
Het vrij beschikbare aanbod tarwe is beperkt. Voor mais is de EU afhankelijk van import, dat is niets nieuws. Echter, gezien de zo vast gestemde termijnmarkt is mais ook op de fysieke markt snel zeer veel duurder geworden, momenteel te duur voor toepassing in veevoeders. Voederwaarde-technisch rekent mais ongunstig. De aanvoer op termijn staat onder druk vanwege slechte vooruitzichten voor de oogst in Zuid-Amerika, met droogte in Argentinië en vrij late inzaai van de tweede, belangrijke maisoogst in Brazilië. Weliswaar is de EU voor maisimport hoofdzakelijk afhankelijk van Oekraïne, maar het zet de prijzen wereldwijd hoog.
Meer tarwe voor voerindustrie
Vanwege de hoge maisprijs zal de voerindustrie noodgedwongen meer tarwe moeten gaan verbruiken, terwijl dat in de EU vanwege de beperkte mate van beschikbaarheid eigenlijk niet zou moeten gebeuren. Gerst is er op papier voldoende. De grote marge tussen de tarwe- en de gerstprijzen is in de afgelopen maand een stuk verkleind en ligt nu rond het gebruikelijke niveau van € 10 per ton. De verwachting is dat er vanuit het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Frankrijk meer aanbod van gerst vrij gaat komen. Voor een groot deel is dat echter brouwerijwaardige gerst. In afwachting van de nieuwe oogst, die nu nog een stuk lager geprijsd staat, zal men de premie ten opzichte van voergerst vooralsnog niet willen opgeven.
Prognose: vastere markt.
Bron: Food & Agribusiness