De graanwereld wachtte de laatste week gespannen op de rapportage op 31 maart over de verwachte arealen mais en soja in de Verenigde Staten en over de stand van zaken qua graanvoorraden met peildatum 1 maart. Daardoor werd dinsdag 30 maart de graanhandel op de termijnmarkten in Chicago en Parijs nog gekenmerkt door voorzichtigheid. Er stond druk op de prijzen, waarbij mais zich wat beter staande hield dan tarwe.

Afbouwen van posities

Op de termijnmarkten is de laatste dagen veel invloed geweest van het afbouwen van posities door financiële instellingen. Dat is geen ongewoon verschijnsel eind maart, wat voor veel van deze organisaties het einde van hun boekjaar is. Ze nemen zo mogelijk winst en beoordelen welke posities ze weer kunnen innemen op de (termijn)markten, voor bijvoorbeeld olie en zeker ook voor agrarische producten, met name graan.

Gezien de in de afgelopen maanden sterk gestegen graanprijzen hebben ze rendement geboekt. Het een en ander zet wel druk op het prijspeil, wat weer doorslaat naar de fysieke markt. Immers, in de graansector vindt veel handel plaats op basis van beursnoteringen met daarop een premie.

Groeiend aanbod graan

Wereldwijd is het aanbod graan aan het toenemen. Dat blijkt uit alle prognoses van onder andere de International Grains Council, het Amerikaanse ministerie van landbouw en van de Europese Commissie. Nog steeds kan het weer nog wel grote invloed gaan uitoefenen op de daadwerkelijke oogst. De grote temperatuurschommelingen in de EU tussen deze en volgende week worden dan ook met zorg gevolgd. Voor de situatie in West-Europa geldt voor het moment dat er veel goedkoper ‘buitenlands’ aanbod is, waardoor de relatief hoge prijzen hier een flinke klap hebben gekregen, vooral die van tarwe.

Prognose: prijsdruk.