‘Hoe coöperatief is opkoopplan van HZPC?’
Afgelopen maart heeft HZPC het programma Connecting Growers gepresenteerd. Met dit programma wil HZPC ieder jaar € 1,5 miljoen uit de winst gebruiken om certificaten op te kopen en deze herverdelen onder actieve telers, zodat de invloed op het bestuur en de dividenden terechtkomt bij actieve telers. Dit in plaats van bij oud-telers, oud-medewerkers en andere partijen buiten de sector.
Een mooi initiatief waarmee HZPC laat zien dat de coöperatieve achtergrond nog aanwezig is binnen de organisatie.
Hoe coöperaties ontstonden
In Wageningen bij het vak coöperatiekunde leerde ik dat boerencoöperaties ontstaan zijn eind negentiende eeuw als gevolg van een landbouwcrisis.
Een boerencoöperatie was een organisatie waarin een groep boeren een bedrijfsactiviteit buiten het bedrijf uitoefenden op gezamenlijke rekening en voor gezamenlijk risico.
Voorbeelden in de akkerbouw waren dan coöperatieve zetmeel- en suikerfabrieken, maar ook bijvoorbeeld inkoopcoördinaties waarbij kunstmest, zaaizaden en gewasbeschermingsmiddelen gezamenlijk werden ingekocht. Deze coöperaties hadden vaak een lokaal of regionaal karakter en het bestuur bestond ook uit lokale boeren die een hechte relatie met de leden hadden.
Coöperaties complexer door enorme schaalvergroting
Zoals we allen weten, hebben er zich in de afgelopen eeuw enorme schaalvergrotingen voorgedaan in de landbouw. Daarbij zijn coöperatieve organisaties groter, complexer en internationaler geworden.
De dagelijkse bedrijfsvoering werd door professionele managers overgenomen en de besturen kwamen meer op afstand te staan, net zoals de leden. Vervolgens werd in een aantal gevallen het operationele bedrijf losgekoppeld van de coöperatie. Hierdoor waren de bedrijven bijvoorbeeld in staat om vreemd kapitaal aan te trekken of samen te gaan met niet coöperatieve bedrijven.
Dit gaf deze coöperaties ook de mogelijkheid om te gaan diversifiëren en te internationaliseren, om te groeien en winstgevender te worden. Soms lukt dit, maar er zijn ook gevallen bekend waarin deze activiteiten met verlies moesten worden afgestoten.
Suiker Unie kon afgelopen jaar een hogere suikerprijs uitkeren door de winst die bij dochter Aviko gemaakt werd
Wat doen coöperaties met de winst?
Er kan gekozen worden om met de winst van het bedrijf verschillende dingen te doen. Sommige coöperaties sluizen deze winst direct door naar de leden in de vorm van hogere afzetprijzen in het geval van een afzetcoöperatie of lagere inkoop in het geval van een inkoopcoöperatie. Zo kon Suiker Unie bijvoorbeeld het afgelopen jaar een hogere suikerprijs uitkeren door de winst die bij dochter Aviko gemaakt werd.
Andere coöperaties kiezen ervoor de winst als reserves binnen het bedrijf te houden of uit te keren aan eigenaren van ledenbewijzen of certificaten die al dan niet gerelateerd zijn aan de relatie met de coöperatie.
Nu gaat HZPC een opkoopprogramma opzetten om te zorgen dat invloed en winst meer bij pootgoedtelers komt te liggen
Bij HZPC is na de fusie tussen Hettema en ZPC gekozen voor certificaten van aandelen en deze zijn door de verenging HZPC uitgegeven aan de toenmalige stakeholders.
Nu gaat men een opkoopprogramma opzetten om ervoor te zorgen dat de invloed en winst meer bij de pootgoedtelers komt te liggen.
Ik vraag mij af of dit niet eenvoudiger kan. Is het niet effectiever om het geld direct te besteden aan hogere pootgoedprijzen? Als pootgoedtelers dan meer invloed willen op het bedrijf, kunnen ze zelf kiezen of en hoeveel certificaten ze willen kopen.
Bron: Boerderij