Hoge graanprijzen maken voedselinflatie mogelijk tot wereldwijde kwestie
Hogere voerkosten zullen in 2021 de marges voor het vetmesten van varkens onder druk zetten. Waarschijnlijk zullen de prijzen van de belangrijkste voederproducten (maïs, tarwe en sojameel) dalen vanaf de piekniveaus in het eerste kwartaal van 2021. Maar uiteindelijk zullen ze ruim boven de niveaus van vorig jaar blijven. De Rabobank verwacht dat de gemiddelde jaarprijs voor maïs het meest zal stijgen (+42 procent ten opzichte van het jaar op jaar gemiddelde), gevolgd door sojameel (+35 procent) en tarwe (+19 procent).
Oorzaken
De prijsstijgingen kennen meerdere oorzaken. Oorzaken die gezamenlijk zorgen voor een krap aanbod en een gelijktijdige stijging van de vraag. Zo zijn de weersomstandigheden in Rusland en de VS een punt van zorg wat betreft het tarwe-aanbod. Het weer in Zuid-Amerika bedreigt de oogst van soja en maïs. Lage voorraden in verhouding tot de consumptie verkleinen het maïsaanbod in de VS. De vraag naar sojameel wordt gestuwd door een sterke Chinese vraag. Het uiteindelijke effect van deze stijgende prijzen op de uiteindelijke voerkosten hangt deels af van de gebruikte voermengsels. Uiteindelijk zullen de hogere voerprijzen een negatief effect hebben op de marges in de varkenshouderij. Voor sommige (kleinere) veehouders kan het zelfs aanleiding zijn om te stoppen.
Andere granen
Hoge prijzen voor maïs en sojabonen kunnen ook leiden tot vervanging door andere granen. Dit zal resulteren in stijgende graanprijzen.
Voedselinflatie
Het gevolg van deze stijgende graan-, soja-, maïs- en vleesprijzen is voedselinflatie. Volgens de Rabobank wordt voedselinflatie in 2021 mogelijk een van de belangrijkste wereldwijde kwesties op de overheidsagenda’s.
Bron Akkerwijzer