Hoorzitting stikstofproblematiek: ‘Beginselen van behoorlijk bestuur in het gedrang’
Terwijl boeren honderd meter verderop protesteren, vindt in de Tweede Kamer vanmiddag een hoorzitting plaats over de stikstofproblematiek. Thierry Baudet van het Forum voor Democratie heeft die vorige week aangevraagd om, zoals hij zei, ‘de waarheid over stikstof boven tafel te krijgen’.
De Tweede Kamer heeft maar liefst achttien mensen uitgenodigd voor de twee uur lange hoorzitting, waaronder een professor uit Denemarken, de heer Sommer, die via Skype uitleg zal geven over de Deense manier om stikstofdepositie te berekenen. De hoorzitting vindt plaats daags voor het stikstofdebat dat de Tweede Kamer donderdag houdt.
De rekenmethode van het RIVM
Addo van Pul van het RIVM is aanwezig. Hij zal de Kamer vertellen dat de meet- en rekenmethoden van het RIVM robuust en verantwoord zijn. De data van het RIVM zijn standaard en openbaar, en via verschillende bronnen verkrijgbaar. De berekeningen hebben een onzekerheid van 30 procent op landelijke schaal, maar volgens het RIVM is dat gebruikelijk in wetenschappelijke modellen. Op provinciaal of gemeentelijk niveau zijn de onzekerheden groter.
Jan Cees Vogelaar en Geesje Rotgers zullen daartegenin gaan. Zij hebben het RIVM in november 2018 verzocht om inzage in een model, maar hebben daar pas vorige week een antwoord op gekregen. Dus zo openbaar zijn die RIVM-data volgens hen niet. Bovendien geeft het RIVM-model volgens hen geen betrouwbare weergave van de ammoniakuitstoot.
Rutger van den Noort is een zelfde mening toegedaan. Het rekenmodel van het RIVM is gemaakt om landelijke trends weer te geven en om op landelijk niveau te voorspellen, stelt hij. Ze zijn niet geschikt om de impact op specifieke Natura 2000-gebieden te berekenen, of de impact van specifieke emissiebronnen. Daarvoor is de onzekerheid te groot. „De kwaliteit van de output is niet acceptabel om ingrijpende beslissingen te onderbouwen.”
De maatregelen van minister Schouten
Met de maatregelen die minister Schouten in haar brief van 4 oktober voorstelde komen de beginselen van behoorlijk bestuur in het gedrang, stelt landbouwadvocate Franca Damen. Het innemen van dier- en fosfaatrechten, wat de minister voorstelt, vereist een wetswijziging. De regering wil dit doen via de meststoffenwet, maar die is daar niet voor bedoeld. Die wet is een uitvloeisel van de Nitraatrichtlijn, en dus voor de bescherming van de waterkwaliteit en niet voor het reguleren van stikstofemissies.
Bovendien komt het innemen van dierrechten neer op een koude sanering, iets wat de minister stelde niet te willen doen. Daarbij is het een inbreuk op het eigendom van de bezitters van die rechten, en het eigendomsrecht is een van de belangrijkste rechten in het Verdrag van de Rechten van de Mens.
Salderen en afroming
De saldering die minister Schouten wil uitvoeren, met 30 procent afroming, is juridisch niet haalbaar, stellen advocaten Oude Bruil en Sonnemans. De huidige staat van de meeste natuurgebieden is daar te slecht voor. Volgens de Habitatrichtlijn heeft Nederland de plicht om te investeren in natuurherstel. Die plicht is onder de PAS verzaakt. Diezelfde Habitatrichtlijn schrijft voor dat vergunningen voor stikstofproducerende activiteiten enkel kunnen worden afgegeven als de natuur voldoende hersteld is. En dat is veelal niet het geval.
De minister denkt met 30 procent afroming genoeg te doen om de andere 70 procent te vergunnen, maar zo werkt het niet, stelt Oude Bruil. Totdat de natuur is hersteld, moet de overheid 100 procent afromen.
Franca Damen wijst er daarbij op dat die 30 procent afroming een generieke volumebeperking is, terwijl het rapport van de Commissie-Remkes juist een gebiedsgerichte aanpak aanbeveelt.
Drempelwaardes
De regering moet snel een drempelwaarde instellen die nieuwe ontwikkelingen die kleine deposities veroorzaakt, weer mogelijk maakt. Dat stelt ecoloog Erik Verkaik. De effecten van zulke kleine deposities zijn in het veld niet meer meetbaar, en kunnen daarmee niet significant zijn. Ook niet cumulatief.
De juristen zien dat anders. Ze wijzen erop dat de Raad van State heeft geoordeeld dat drempelwaardes enkel kunnen worden vastgesteld als het zeker is dat er geen significante effecten zijn. En voor zo een vaststelling moeten alle stikstofveroorzakende activiteiten worden geïnventariseerd. Zo een inventarisatie is er nu niet, en op korte termijn is die ook niet haalbaar.
Gewoon de Duitse drempelwaarde hanteren zal ook niet lukken. Iets dergelijks heeft Nederland al verschillende keren geprobeerd, onder andere met het beleidskader van Gerda Verburg in 2007. De rechter heeft dat toen afgeschoten, stelt milieu-advocaat Valentijn Wösten. De problematiek in Nederland is anders dan de situatie in Duitsland, vertelt hij, en daarom kun je in ons land niet automatisch de Duitse drempelwaardes hanteren.
Bron Akkerwijzer