‘Industrie krijgt volgend seizoen voldoende aardappelen’
17 jun 2010 15:05

De verwerkende industrie in Noordwest-Europa heeft volgend seizoen waarschijnlijk voldoende aanvoer van aardappelen.

Ondanks dat de groei van de aardappelen dit jaar achter loopt ten opzichte van andere jaren. Dat stelt het marktbureau Agra Europe in een rapport over de aardappelmarkt. Volgens het marktbureau heeft de verwerkende industrie in de vijf belangrijkste aardappelproducerende landen in Noordwest-Europa komend seizoen ongeveer 27,5 miljoen ton aardappelen nodig, inclusief pootaardappelen. "Dat is net zo veel als in 2008 aan aardappelen is geproduceerd. Waarschijnlijk is er volgend seizoen zelfs meer dan 28 miljoen ton nodig, aangezien de export van aardappelproducten toeneemt."

Vorig jaar is 29,2 miljoen ton poot- en consumptieaardappelen geoogst in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Dit jaar is het gewas minder goed ontwikkeld, schrijft Agra Europe. "Het is koud geweest. En er is minder regen gevallen waardoor de groei traag op gang kwam."

Maar het areaal groeit, stelt het bureau. "Waarschijnlijk groeit het areaal met 0,7 procent naar 661.000 hectare. Bovendien schakelen steeds meer akkerbouwers over van tafelaardappelen op aardappelen voor de verwerkende industrie."

De gemiddelde opbrengst zakt dit jaar naar 41,6 ton per hectare. "Dat is genoeg om de 27,5 miljoen ton poot- en consumptieaardappelen te produceren die de afnemers nodig hebben. Een groter deel van de oogst is bestemd voor de verwerkende industrie, waardoor de industrie volgend seizoen waarschijnlijk voldoende aanvoer van aardappelen krijgt."

Maar als de hectare-opbrengst naar 40 ton zakt, zoals in 2003 en 2006, ontstaan er problemen voor de industrie, schrijft Agra Europe. "Dan daalt de productie naar 26,4 miljoen ton. Verwerkers moeten dan vechten om voldoende aanvoer van aardappelen te krijgen. De vrije marktprijzen zullen dan sterk stijgen. Dit zou nadelig zijn voor de industrie in België omdat zij minder aardappelen contracteren."

Bron: Agrarisch Dagblad auteur: Jan Engwerda