KNMI: hogere graanopbrengsten en toch grotere voedselonzekerheid
Nieuw onderzoek laat zien dat er mogelijk toch grotere voedsel- en inkomensonzekerheid ontstaan in graanimporterende ontwikkelingslanden, ondanks gemiddeld toenemende graanopbrengsten. Dat meldt het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).
Hoe klimaatverandering de oogstvariatie in belangrijke landbouwgebieden beïnvloedt, is niet bekend. Net als wat daarvan het gevolg is voor de handel en wereldwijde voedsel- en inkomenszekerheid. Nieuw internationaal onderzoek met medewerking van het KNMI geeft wel een eerste inzicht in dit onderwerp.
Een internationaal team van wetenschappers heeft een modelketen opgezet: een klimaatmodel dat het variabele weer van nu en van een warmere toekomst simuleert, een landbouwmodel dat het gesimuleerde weer omzet in graanopbrengsten en een economisch model dat met de berekende opbrengsten de wereldwijde vraag en aanbod in balans brengt.
Inzicht krijgen
Doel van de modelketen is om inzicht te krijgen in de kosten van graan voor consumenten en de opbrengst voor producenten. Variaties daarin zijn van belang, omdat jaren met extreem hoge kosten voor consumenten kunnen leiden tot hongersnoden. En zeer lage opbrengsten kunnen de producenten financieel in gevaar brengen, schrijft het KNMI.
In een scenario met 2 graden opwarming en hogere CO2-concentraties ligt de wereldgemiddelde opbrengst van graan 1,7 procent hoger dan nu. Regionaal gezien zal er een opbrengstverlaging zijn nabij de evenaar (Afrika en Zuid-Azië) en een opbrengstverhoging op hogere breedtegraden (Verenigde Staten, China en Europa). Ondanks de gemiddelde toename van de graanopbrengst, neemt in die situatie de graanprijs voor consumenten toe.
Gemiddelde veranderingen
Toch zijn het volgens het KNMI niet de gemiddelde veranderingen die er het meest toe toen. In jaren met een wereldwijde zeer lage opbrengst (5 procent slechtste jaren), ziet het instituut dat vooral bij de evenaar de opbrengst erg tegenvalt. Dat leidt tot hogere kosten voor consumenten en lagere opbrengsten voor producenten in die gebieden.
In de Verenigde Staten, Australië en Europa is er juist een hogere opbrengst, waardoor producenten dan ook van hogere prijzen op de wereldmarkt profiteren. Dat heeft als gevolg dat consumenten iets meer betalen, omdat er wordt verdiend aan export.
Het KNMI constateert dat deze resultaten aantonen dat de precieze maatschappelijke effecten van klimaatverandering helemaal moeten worden doorgerekend. Klimaatgemiddelden of gemiddelde veranderingen schetsen niet het volledige beeld. Ondanks mondiaal toenemende graanopbrengsten, leiden veranderingen in de variaties van het weer mogelijk tot grotere voedsel- en inkomensonzekerheid in graanimporterende ontwikkelingslanden, concludeert het meteorologisch instituut.
Bron: Nieuwe Oogst