Laag gehalte mycotoxines in maïsoogst en wisselende opbrengsten
Het mycotoxinegehalte in de korrelmaïs is dit jaar laag. Dat berichten FEGRA en BFA, de Belgische federaties van respectievelijk de graanhandel en de diervoeders, naar aanleiding van diverse stalen bij onder andere Vlaamse boeren. Wat betreft de algemene opbrengst en kwaliteit van zowel kuil- als korrelmais werden doorheen Vlaanderen zeer wisselende resultaten geboekt. Door oogsten in natte omstandigheden heeft de grond op sommige plaatsten mogelijk wel schade opgelopen.
Mycotoxines zijn natuurlijke toxines die geproduceerd worden door schimmels en die reeds aanwezig zijn vóór de oogsttijd. Ze ontwikkelen zich in het veld op de plant en kunnen zich ook na het oogsten, tijdens de opslagperiode, verder ontwikkelen. Omdat deze mycotoxines een mogelijk risico vormen voor onder andere melkvee wordt hun aanwezigheid in korrelmaïs gemonitord. FEGRA en BFA werken hierbij al jaren samen en brachten recent een rapport uit.
Het rapport voor de oogst van 2021 is gebaseerd op 204 stalen. De analyseresultaten tonen een algemeen laag contaminatieniveau. Van de 204 stalen kwamen er 142 uit Frankrijk, 34 uit België, 8 uit Duitsland, 8 uit Oekraïne, 5 uit Nederland, 1 uit Polen; 6 maïsstalen hadden een onbekende afkomst. Net als in 2020, overschreed ook dit jaar geen enkel resultaat de richtwaarde voor de verschillende geanalyseerde mycotoxines. Vele resultaten lagen zelfs onder de detectielimiet.
Hoewel het gedetecteerde niveau van contaminatie laag is, blijft enige waakzaamheid geboden, laten FEGRA en BFA in een gezamenlijk persbericht weten. “Bij analyses die onmiddellijk na de oogst worden uitgevoerd, moet ook rekening worden gehouden met mogelijke contaminatie tijdens de opslagperiode. Het blijft belangrijk om goede opslagpraktijken toe te passen, waaronder voldoende afkoeling en ventilatie na droging.”
Wisselende opbrengen mais door regen
Het rapport bevestigde verder ook dat de oogstcampagne dit jaar door regenval enkele weken vertraagd was. Door de vele regenval werden zeer wisselende maïsopbrengsten genoteerd in Vlaanderen, aldus Gert Van de Ven, onderzoekscoördinator bij Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV). Sommige percelen kenden hierdoor een lagere opbrengst of waren zelfs helemaal niet oogstbaar. Desondanks waren de opbrengsten van korrelmaïs goed, maar was het vochtgehalte aan de hoge kant.
Wat de kuilmaïs betreft varieerde de opbrengsten van zeer goed tot laag. “Percelen die tijdig gezaaid waren en weinig last hadden van wateroverlast gaven zeer hoge producties, sommige percelen waren laat gezaaid en hadden dan nog eens veel schade van water. Daar was de opbrengst laag”, vervolgt Van de Ven.
Er is behoorlijk wat structuurschade toegebracht door de natte oogstomstandigheden wat wellicht een uitwerking heeft naar de volgende jaren toe
Gert Van de Ven – onderzoekscoördinator bij Landbouwcentrum voor Voedergewassen
“In West-Vlaanderen was over het algemeen een goede opkomst van de maïs te zien”, weet Ellen Versavel, expert voedergewassen bij Inagro “Ook de opbrengst was over het algemeen goed, zeker in vergelijking met de voorbije drogere jaren.” Ook hier werd evenwel schade ondervonden van overvloedige neerslag: lagere opbrengsten op natte plekken.
Door de nattere omstandigheden was het op sommige percelen ook moeilijk om de maïs onder goede omstandigheden van het veld te krijgen. Ook de trage afrijping van de maïs zorgde ervoor dat de oogst op veel percelen verlaat werd. De nadelige impact van laattijdige oogst in natte omstandigheden zou volgens Van de Ven pas de komende jaren aan het licht kunnen komen. “Er is behoorlijk wat structuurschade toegebracht door de natte oogstomstandigheden wat wellicht een uitwerking heeft naar de volgende jaren toe.”
Gevaar van nieuwe mycotoxines: “bewustmaking vereist”
Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) waarschuwde recent in het Vlaams parlement voor de gevaren van mycotoxines en pleit voor meer sensibilisering onder landbouwers. Hij had het in het bijzonder over nieuwe mycotoxines. Door de klimaatverandering rukken er exotische schimmels op naar het noorden. Dit bleek uit een doctoraatstudie van bio-ingenieur Jonas Vandicke die nieuwe, zuiderse schimmelvormen aantrof op de Vlaamse maisvelden. Vandicke had gedurende 3 jaar bij 100 melkveehouders maïsstalen afgenomen.
In onderstaande video vertelt Jonas Vandicke over zijn onderzoek bij 100 melkveehouders en de gevaren van mycotoxines.
Bron: Vilt.be