Landbouw voorlopig ontzien in klimaatakkoord
De landbouw moet in 2030 een reductie van 3,5 megaton co2 hebben gerealiseerd ten opzichte van 1990 realiseren. Een grote reductie van de veestapel is daarvoor niet nodig.
De NOS maakt donderdag melding van de hoofdlijnen van het klimaatakkoord dat volgende week dinsdag officieel wordt gepresenteerd aan minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat.
Voor een forse inkrimping van de veehouderij werd aan de onderhandelingstafel Landbouw en Landgebruik geen meerderheid gevonden. Volgens de NOS zou ook de regeringscoalitie hier geen voorstander van zijn. Verandering van diervoeder en mestopslag moeten wel zorgen voor een lagere emissie uit de veehouderij.
Ingrijpend
Toch krijgt ook de agrarische sector enkele klimaatopdrachten die voor individuele boeren en tuinders als ingrijpend kunnen worden ervaren. Een groot deel van de reductie van 3,5 megaton moet komen uit het verbeteren van de bodemstructuur en slimmer landgebruik.
Een onderdeel van deze aanpak is de verhoging van het waterpeil in veenweidegebied, waardoor de natuurlijke uitstoot van broeikasgas omlaag gaat. Verder moeten er meer natuurgrond en bos komen en kan klaver het gebruik van kunstmest terugdringen. Een grote bijdrage moet ook komen uit de overgang van de glastuinbouw naar aardwarmte.
Doorrekening
Na de zomer komt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) met een doorrekening van het klimaatakkoord. Na het reces zal de Tweede Kamer commentaar leveren op de plannen en de doorrekening.
Na het Kamerdebat wordt het akkoord op hoofdlijnen met commentaar en aanvullende opdrachten teruggestuurd naar de klimaatonderhandelaars, overheden en maatschappelijke organisaties. Die hebben dan tot het einde van dit jaar om de maatregelen uit te werken en het akkoord te ondertekenen.
Bron Nieuwe Oogst