Dat zegt agrarisch econoom Philip Abbott van de Purdue University in de staat Indiana. Volgens Abbott had de VS een zeer sterke positie op de maismarkt. “Tot 2007 verzorgde de VS ruim de helft van alle wereldhandel in mais. De hoge maisprijs in seizoen 2007/2008 dwong veel landen hun eigen maisproductie te vergroten.”

De VS exporteerde in seizoen 2007/2008 nog 62 miljoen ton mais. Het land verkoopt dit seizoen naar schatting 29 miljoen ton mais op de wereldmarkt. Vorig seizoen 2011/2012, met een goede oogst, is 39 miljoen ton geëxporteerd.

Abbott noemt in een interview met World Grain een aantal oorzaken. “De VS verwerkt veel mais tot ethanol. Vorig seizoen is daar 127 miljoen mais voor gebruikt. Dat is 40 procent van de maisproductie, maar de reststof DDGS gaat weer naar het veevoer.”

Daarnaast is het maisareaal in de VS minder gegroeid dan in andere landen, zegt Abbott. “In Zuid-Amerika is het maisareaal sinds eind jaren 90 met 53 procent gegroeid. De groei in de voormalige Sovjet-staten ligt op 24 procent. In de sub-Sahara en Oceanië groeide het maisareaal 13,4 procent.”

De VS heeft bovendien de pech dat de oogst vorig jaar door droogte 13 procent lager uitviel dan in 2011. Daardoor is minder beschikbaar voor de export. Abbott: “De hoge maisprijzen hebben er voor gezorgd dat onze zorgvuldig opgebouwde exportpositie behoorlijk is afgebouwd. Andere landen zijn wel gegroeid. De wereld heeft de Amerikaanse mais niet meer zo hard nodig.”