Meer aardappelen vrij dan vorig jaar
Twee van de drie telers heeft nog vrije aardappelen, terwijl vorig jaar nog ruim de helft aardappelen te verhandelen had.
Dit blijkt uit de novembervoorraadmeting die het Bureau Aardappelmarkt Informatie (BAI) van het Productschap Akkerbouw onder consumptieaardappeltelers heeft uitgevoerd. Voor ruim 1,5 miljoen ton bruto (2009: 1,4 miljoen ton) liggen prijs en afnemer nog niet vast.
Van de ondervraagde telers met aardappelen in de schuur verwacht 35 procent dat de kwaliteit slechter is dan normaal. Deze telers schatten dat het gemiddelde tarrapercentage ongeveer 9 procent hoger ligt dan gemiddeld, maar de onderlinge verschillen zijn groot.
De rest verwacht minimaal een gemiddelde kwaliteit. Het totale tarrapercentage wordt geschat op gemiddeld 13 procent, 3 procent boven het gemiddelde.
De geschatte totale bruto consumptieaardappelopbrengst, inclusief niet geoogst areaal, is 3,57 miljoen ton van 71.600 hectare. Door de natte oogstomstandigheden dit seizoen heeft 9,5 procent van de telers nog niet alles geoogst, wat neerkomt op naar schatting 2.200 hectare consumptieaardappelen. Ruim 3 procent van het areaal, 110.000 ton, is niet geoogst. Dit areaal wordt als waarschijnlijk verloren beschouwd.
Dat betekent dat de prognose van de bruto-opbrengst met 110.000 ton moet worden verlaagd tot 3,46 miljoen ton. Dat is 6 procent lager dan de schatting van de opbrengst in november 2009 (3,68 miljoen ton) terwijl areaal met ruim 2.500 hectare is gestegen. De gemiddelde bruto opbrengst is 6,5 procent lager; van 53,4 naar 49,9 ton per hectare.
De verwerkende industrie maakt aanspraak op 70 procent van de opbrengst.
Het tarrapercentage ligt vooralsnog op 9,8 procent (2009: 8,1 procent). Netto is er nu 926.000 ton afgeleverd. Dit betekent dat 2,43 miljoen ton (2009: 2,58 miljoen ton) medio november in bewaring lag. Hiervan is 0,9 miljoen ton (2009: 1,14 miljoen ton) al verkocht, maar nog niet afgenomen. “Ondanks dat een substantieel deel van de aardappelen definitief in de grond achterblijft, lijkt de markt fysiek nauwelijks in beweging te krijgen”, voegt BAI toe. “Vanuit provisorische niet vorstvrije bewaring moet het aanbod versneld worden weggewerkt om schade als gevolg van de vroege winterinval zoveel mogelijk te beperken.”
Door de winterperiode blijft 2 procent van de aardappelen in de grond achter. Vooral telers in het Westen van Zeeland kregen bijzonder veel neerslag te verduren.
Bron: Agrarisch Dagblad auteur: Petra Vos