Minder akkerbouwareaal, fors meer tuinbouw open grond
Volgens recente CBS-cijfers bedraagt het areaal akkerbouw in Nederland dit jaar 509.000 hectare. Dit is redelijk vergelijkbaar met het areaal van de afgelopen twee jaar. Op de langere termijn is er sprake van een dalende lijn in het gebruik van land voor akkerbouw. Tegenover het areaal van 2005, toen nog 604.000 hectare werd beteeld met akkerbouwgewassen, ligt het grondgebruik in 2017 daar 15,7 procent onder. Tegenover de vermindering van dit areaal staat in dezelfde periode een forse groei van het areaal tuinbouw open grond: van 81.400 naar 93.500 hectare.
Koppositie graan bedreigd
De top-5 van akkerbouwgewassen wordt dit jaar ‘nog’ aangevoerd door de granen met 164.000 hectare. Maar het zou zo maar het laatste jaar aan de top kunnen zijn, want van runner-up aardappelen is dit jaar 162.500 hectare geteeld. In vergelijking met 2005 (223.300 hectare) hebben de granen (26,5 procent minder uitgezaaid) letterlijk en figuurlijk veel terrein prijs moeten geven. De terugval in deze periode geldt zowel voor de grote graangewassen tarwe (van 136.600 naar 116.400 hectare) en gerst (van 50.500 naar 30.200 hectare).
In tegenstelling tot de granen, waarvan al jaren telkens minder wordt geteeld, houden aardappelen over de lange termijn gezien een redelijke stabiele lijn. Het verloop is grillig, wat te maken heeft met de jaarlijkse heroverweging van telers. Ter vergelijking: in 2000 werd 180.000 hectare geteeld, in 2005 was dit 155.800 hectare en dit jaar 162.500 hectare.
Bieten in de lift
Nummer 3 op de lijst is ook dit jaar suikerbieten. Hiervan is 85.300 hectare geteeld. Bieten werden dit jaar meer geteeld dan in voorgaande jaren, toen er respectievelijk 58.400 hectare (2015) en 70.700 hectare (2016) werd ingezaaid. Dat is overigens nog ver onder de piekjaren rond de eeuwwisseling. Zo werd in 2000 in Nederland 110.900 hectare geteeld.
Duidelijk in de lift en als 4e grootste genoteerd is dit jaar de verzamelgroep akkerbouwgroenten (o.a. uien). Werd hiervoor in 2005 nog maar 47.000 hectare benut, dit jaar gaat het om 60.500 hectare. Een opmars van 28,7 procent in ruim 10 jaar.
Kleinere arealen werden dit jaar benut voor handelsgewassen (12.400 hectare), graszaad (10.100 hectare) en voor braakland (7.100 hectare). Het areaal handelsgewassen (o.a. vezelvlas, koolzaad, karwij en blauwmaanzaad) komt vrijwel overeen met dat van 2005, dat van graszaad was in de subsidietijd meer dan dubbel zo groot met een piek van 27.600 hectare in 2005. Om dezelfde reden is het areaal braakland in omvang geslonken. CBS geeft voor 2005 nog een areaal van 34.900 hectare. Dat is bijna vijf keer zo veel als dat van dit jaar.
Sterke toename tuinbouw
Ongetwijfeld heeft een deel van de akkerbouwers de afgelopen jaren naast gangbare gewassen ook gekozen voor teelten die door CBS worden aangemerkt als tuinbouw in de open grond, en die vorm van landbouw zit structureel in de lift. Werd er in 2005 nog maar een oppervlak van 81.400 hectare benut voor tuinbouwgewassen, dit jaar ligt het areaal op 93.500 hectare. Dat is een toename van 14,9 procent. De belangrijkste tuinbouw open grondgewassen die stuk voor stuk fors in de lift zitten zijn bloembollen en –knollen (26.700 hectare), boomkwekerijgewassen en vaste planten (17.000 hectare) en bloemkwekerijgewassen (3.100 hectare).
Weer minder bedrijven
Dit jaar zijn er meer dan 100 akkerbouwers gestopt, zo blijkt uit de CBS-gegevens. Waren er vorig jaar nog 10.821 akkerbouwers, dit jaar zijn er nog 10.691 geregistreerd. Dit komt neer op een daling van 1,2 procent. In vergelijking met de eeuwwisseling, toen er nog 14.799 akkerbouwbedrijven waren, is het aantal met 27,8 procent afgenomen. Dat is relatief gering, vergeleken met andere agrarische branches. Bij graasdierenbedrijven is de teruggang in het aantal bedrijven sinds de eeuwwisseling 38,9 procent, bij hokdierbedrijven 55,4 procent en bij tuinbouwbedrijven zelfs 58,1 procent.
Bron Akkerwijzer