Nederland verliest jaarlijks 7500 hectare landbouwgrond
Tussen 1996 en 2012 is 1 214 vierkante kilometer grond aan de landbouw onttrokken. Dat is een stuk land ter grootte van het gebied dat in de vorige eeuw op de zee is gewonnen: de Wieringermeer, Oostelijk Flevoland en de Noordoostpolder.
Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Gemiddeld daalde de cultuurgrond met 7500 hectare per jaar. Van de verdwenen landbouwgrond zijn vooral bouwterreinen (240 km2), terreinen voor woningbouw (190 vierkante kilometer) en bedrijventerreinen (130 km2) gemaakt.
Er kwam verder 140 km2 bos, 82 km2 geasfalteerde weg, 2,5 km2 volkstuintjes en bijna 2 km2 begraafplaats bij. In dezelfde periode is er ook nieuwe landbouwgrond bij gekomen, zo'n 170 km2. Daarvoor heeft veel bos moeten wijken (42 km2), maar ook wegen (37 km2) en open, nat natuurlijk terrein (22 km2).
Beweging
Het Nederlandse landschap is voortdurend in beweging, meldt het CBS. Van 1950 tot 1980 waren ruilverkavelingen de grootste bron van veranderingen in het landschap, daarna vooral de verstedelijking. Er is steeds minder grond beschikbaar voor landbouw.
Uit de landbouwtellingen blijkt dat de gemiddelde kavelgrootte toenam van 2,4 hectare in 1950 tot 5,0 hectare in 1990, om daarna weer te dalen tot 4,3 hectare in 2008. Het gemiddeld aantal kavels per bedrijf nam af van 4,5 in 1950 naar 3,3 in 1979, om vervolgens te stijgen naar 6,2 in 2008. De stijging van het aantal kavels is een gevolg van de afname van het aantal bedrijven en schaalvergroting bij de overblijvende bedrijven.
Verstedelijking
Na de ruilverkavelingen kwam vanaf 1980 een andere grootschalige ontwikkeling goed op gang: de verstedelijking. Na 1990 speelt verstedelijking zelfs de belangrijkste rol bij veranderingen in het agrarisch landschap. Voor het opvangen van de bevolkingsgroei, de vestiging van (nieuwe) bedrijven, en een verbeterde mobiliteit was steeds meer grond nodig. Tussen 1950 en 2016 is 550 duizend hectare cultuurgrond aan de landbouw onttrokken.
Bron Nieuwe Oogst