Onderzoek geschiktheid aardappelrassen voor zware kleigrond
DLV Plant heeft een demoveld aangelegd om te onderzoeken welke aardappelrassen het meest geschikt zijn voor zware kleigrond. Onafhankelijke vergelijking daarvan bestaat immers nog niet.
Aardappeltelers worstelen met de vraag welk aardappelras het meest geschikt is om op zwaardere kleigrond te telen. Bij rasbeschrijvingen van de handelshuizen wordt niet expliciet vermeld voor welke grondsoort het ras het meest geschikt is. Reden voor DLV Plant om een demonstratieveld aan te leggen op een perceel kleigrond met een zwaarte van 45 procent afslibbaar. Bedoeling is hier inzicht te krijgen in de prestaties van verschillende fritesaardappelrassen, zowel bestaande praktijkrassen als nieuwe opkomende rassen. De onderzochte rassen zijn: Challenger, Markies, Agria, Lady Anna, Ramos, Innovator, Fontane en Leonata.
De centrale vraag is hoe
deze rassen het doen op deze moeilijke grond. DLV Plant-adviseur Anton van der Velde stelt dat de rassenkeus de meeste invloed heeft op de uiteindelijke opbrengst en kwaliteit. Het is daarmee de belangrijkste teeltmaatregel.
DLV Plant mist onafhankelijke vergelijking van aardappelrassen. Handelshuizen demonstreren wel hun eigen rassen maar niet naast die van andere handelshuizen.
Daardoor ontbreekt referentiemateriaal. Bovendien worden deze demo’s op mooie percelen aangelegd zodat de aardappelen goed tot hun recht komen. Ook individuele afnemers hebben meestal maar een beperkt aantal rassen in het pakket.
Dan kan het meest geschikte ras daar niet tussenzitten. Met de demo wil DLV Plant telers bewust maken van de verschillen tussen de rassen. Harde conclusies willen de adviseurs niet trekken omdat het een demo betreft. Duidelijk is dat er juist op zware grond behoorlijke verschillen tussen de rassen optreden. Kleine verschillen worden op zware grond uitvergroot. Bij de teelt van fritesaardappelen op zware grond zijn de bruto tonnen maar een facet bij de rassenkeus. Het kwaliteitsaspect is zeker zo belangrijk.
Onderwatergewicht, sortering, doorwas of misvormingen hebben op zware grond meer invloed op de rentabiliteit van een teelt dan op lichtere grond. Drie jaar een goede oogst weegt niet op tegen het financiële verlies van één jaar slechte oogst. Juist in de jaren met problemen zijn de aardappelprijzen hoog. Dat versterkt nog eens het risico van een verkeerde rassenkeus.
DLV Plant adviseert om een risicolijstje te maken, om aan de hand daarvan het meest geschikte ras voor een perceel uit te zoeken. Een risico op zware grond is dat gewenste onderwatergewichten moeilijk wordt gehaald. Kleigronden bevatten een grote hoeveelheid mineralen.
In een warme nazomer met voldoende vocht blijft er maar stikstof komen waardoor de aardappelen moeilijk afrijpen. Ook knolzetting gaat op zware grond moeilijker. Slechte knolzetting kan leiden tot extreem grove en holle knollen. Een ras met een matige loofontwikkeling krijgt in een droog jaar het veld niet dicht, met doorwasrisico en vervroegd afsterven als gevolg. Bron:Boerderij

