Rabo: nieuwe strategie industrieaardappelen nodig
Auteur: Jan Cees Bron
Utrecht – De Nederlandse verwerkingscapaciteit voor industrieaardappelen moet worden afgebouwd. Dat schrijft de Rabobank in een nieuw rapport over strategieën in de akkerbouw.
De overcapaciteit in industrie en teelt belemmert volgens de bank een structureel gezonde relatie met afnemers. In de productieketen van de aardappelverwerking zijn de retail en voedingsproducenten sterk geconcentreerd. De overproductie leidt tot prijsconcurrentie en daarmee dunne marges.
De druk neemt ook toe omdat een aantal telers van zetmeelaardappelen overstapen op de teelt van consumptieaardappelen, aldus de Rabobank. De bank noemt de Nederlandse verwerkers ”slecht toegerust om de internationale race te winnen.” Directeur akkerbouw Dick Oosthoek noemt de Belgen beter gepositioneerd. In België zijn de laatste jaren verschillende nieuwe fabrieken gekomen.
De markt voor bewerkte aardappelen beperkt zich voor Nederland volgens de Rabobank in hoofdzaak tot Noordwest-Europa. Het betreft 3,1 miljoen ton aardappelen die worden verwerkt tot 1,3 miljoen ton voorgebakken producten als frites en chips en 0,4 miljoen ton geschilde aardappelen en vlokken. Circa 90 procent wordt geëxporteerd.
Voor telers van tafelaardappelen lijkt de uitgangssituatie beter, aldus de bank. De Nederlandse markt blijft het belangrijkste afzetkanaal. Ook Frankrijk heeft de beschikking over voldoende tafelaardappelen van hoge kwaliteit, maar de logistieke capaciteit schiet tekort om te voldoen aan de steeds striktere leveringseisen van de retail. De Duitse grond leent zich op een paar gebieden in het Rijnland na niet voor productie van hoge kwaliteit. België richt zich vermoedelijk blijvend op fritesaarappelen.
Tegenover de sterke concurrentiepositie staat wel dat mensen steeds minder aardappelen eten. Het volume is sinds 1990 met bijna 25 procent gekrompen. Bedrijven kunnen inspelen op de markt door meer in kleine verpakkingen te verkopen.
Bron Agd