Regen verdringt scherpe kantjes van de droogte
De regen die de afgelopen dagen viel heeft de scherpe kantjes van de droogte in het zuidwesten eraf gehaald. Droogliggende zaden hebben nu vrijwel overal voldoende vocht om te kiemen.
De ontstane tweewassigheid in de gewassen lost de regen echter niet meer op. De onkruidbestrijding zal extra aandacht blijven vragen. Adviesorganisatie Delphy constateert dat, los van de tweewassigheid, de uien door het schrale weer wel veertien dagen in het gevoelige krambladstadium kunnen staan. De verwachting is dat er daarom bij de onkruidbestrijding nog wel wat achterblijvende planten worden weggespoten.
In het zuidoostelijk zandgebied constateert Delphy-adviseur Henry van den Akker dat regen van de laatste dagen mooi op tijd is gekomen om onkruidbestrijding met bodemherbiciden uit te voeren. De opkomst van de bieten, uien en cichorei is daar in tegenstelling tot de kleigebieden gewoon goed. De versgeploegde zandgrond bevatte genoeg vocht voor een egale kieming. Echter, door het relatief koude weer groeien de gewassen nauwelijks door. De vroege aardappelen die begin april met wat hogere temperaturen in de grond zijn gestopt, komen al boven. Maar later gepote aardappelen doen maar weinig.
Grond te hard en droog
Ook het planten van knolselderij en spruiten was in het zuidwesten even stilgelegd, omdat de grond te hard en droog was. Spruitenteler Gert Klapwijk in Rockanje (Zuid-Holland) heeft de helft van zijn spruiten erin, maar deze hebben wel vorstschade opgelopen. En in combinatie met het droge schrale weer hebben de planten het moeilijk. De paar millimeter water die er viel is onvoldoende om de spruiten vlot door te laten groeien.
In Goudswaard plant loonbedrijf Lokers uit Zevenbergen knolselderij voor akkerbouwbedrijf Breure. Da afgelopen dagen regende het daar zo’n 10 millimeter. Brent Breure hoopt dat dat genoeg is om de planten goed aan te laten slaan. De eerste twee plantingen heeft Breure moeten beregenen om ze goed aan te laten slaan.
Bron Boederij