Hans de Schutter is een van de vele telers van consumptieaardappelen met opkomstproblemen. Hij pleit voor een vitaliteitstoets voor pootaardappelen.

Op het aardappelperceel van Hans de Schutter (68) in Dinteloord ontbreekt op veel plekken een plant. Soms drie of vier achter elkaar. Daar waar de planten extra ruimte kregen, steken groene knollen uit de rug. Veel planten hebben één of twee stengels, in plaats van de gebruikelijke zeven of acht.
Wat zag u in het voorjaar?

“Veel poters kwamen niet boven, of hadden slechts één of twee stengels. Op één perceel van 9,5 hectare hebben we op een deel maat 35/45 gepoot van het ras Challenger. Hier hadden we een zeer slechte opkomst en stengelvorming. Op hetzelfde perceel hebben we ook Challenger maat 28/35 gepoot. Daar waren geen opkomstproblemen. We telen ook Challenger bij een melkveehouder aan de andere kant van de weg. Daar is dezelfde partij van maat 35/45 gepoot, met dezelfde opkomstproblemen. De twee partijen pootgoed komen niet van dezelfde teler.”

Wat concludeert u daaruit?

“Er zit verschil in kwaliteit tussen pootgoedtelers, partijen en rassen. Vorig jaar hadden we in Challenger hetzelfde probleem. In de jaren daarvoor waren er nauwelijks opkomstproblemen, maar toen teelden we meestal andere rassen. Challenger telen we nu drie jaar.”
Wat zijn volgens u de oorzaken van de opkomstproblemen?

“Ik begin sterk aan de kwaliteit van het pootgoed te twijfelen. Krijgen poters wel de aandacht die nodig is voor een goede kwaliteit? Zijn ze te koud bewaard?”
Handelshuizen klagen wel eens over de slordige manier waarop de consumptietelers het pootgoed tijdelijk opslaan. Hoe doet u dat?

“We storten het pootgoed in een lange rug in een bewaarloods waarin vroeger knolselderij werd opgeslagen. Indien nodig zetten we er een luchtkanaal onder, zodat we de aardappelen kunnen ventileren. In deze loods is nooit een kiemremmingsmiddel gebruikt.”
Het Challenger-pootgoed van De Schutter vertoonde opkomstproblemen. 35% niet gekiemd, betekende dit jaar netto €20.800 schade.
Het Challenger-pootgoed van De Schutter vertoonde opkomstproblemen. 35% niet gekiemd, betekende dit jaar netto €20.800 schade.
Hoe groot is uw schade?

“Op dit perceel is meer dan 35% niet gekiemd. Dat scheelt 12 ton per hectare, maal 14,5 hectare, is 174 ton aardappelen die we niet voor een vrije marktprijs van 20 cent kunnen verkopen. Dat kost €34.800. We krijgen €14.000 vergoeding van onze pootgoedleverancier en afnemer Lamb Weston/Meijer. Die krijgt €6.000 van hun pootgoedleverancier. LWM doet daar nog eens €8.000 bovenop. Onze netto-schade bedraagt €20.800. Vorig jaar was 30 tot 35% niet gekiemd op 17 hectare, wat ons minimaal 255 ton aardappelen kostte. Toen was de vrije prijs 18 cent. We kregen €15.000 van LWM dat weer €5.000 van de pootgoedleverancier kreeg. Onze netto-schade was €30.900. In twee jaar kostten de opkomstproblemen ons €51.700.”
Wat is volgens u een oplossing?

“Het lijkt me wenselijk dat een keuringsdienst in februari een vitaliteitstoets uitvoert. Neem monsters van elke partij pootaardappelen en beoordeel de kiemkracht. Koppel dit aan een systeem waar je voor de beste aardappel goed betaalt. Zo kan een goede pootgoedteler zich onderscheiden van een mindere en kun je een hoop schade voorkomen bij de telers van consumptieaardappelen.”

Jan Engwerda Bron:Boerderij