De tarwetermijnmarkten deden een flinke stap terug naar aanleiding van het nieuws over de ontdekking van de nieuwe coronavariant omikron. Vrees voor economische gevolgen die hieruit voortvloeien, deden beleggers besluiten om hun winsten te verzilveren om daarna even in de wachtstand te gaan.

Verhogen opbrengstprognoses

Ook andere berichten waren weinig hoopgevend voor mensen die uitgaan van verdere prijsstijgingen. Op het zuidelijk halfrond lijken opbrengsten nog beter uit te pakken dan eerder gedacht. Het Australische Abares verhoogde de opbrengstprognose voor tarwe naar een recordniveau van 34,4 miljoen ton. Overvloedige neerslag in sommige gebieden in het noorden en het midden van Nieuw-Zuid-Wales zullen volgens Abares geen groot effect hebben op de totale cijfers.

In Argentinië wordt ook een grote tarwe-oogst voorzien van 20,3 miljoen ton. Het statistische bureau in Canada stelde bovendien de tarweprognose voor Canada bij tot 21,65 miljoen ton. Deze hoeveelheid is weliswaar 38,5% kleiner dan in 2020, maar is wel wat hoger dan in september werd geraamd.

Vaste ondergrond

Ook berichten over een Russisch exportquotum voor graan en ook specifiek voor tarwe vanaf half februari houdt de gemoederen bezig. Wat tarwe betreft wordt gesproken over een exportquotum van 9 miljoen ton. Een discussie over deze maatregel zorgde ook voor wat prijsdruk op de termijnmarkten.

Ondanks de prijsdaling in de afgelopen week lijkt er toch een behoorlijke vaste ondergrond in de markt te zitten. Dat komt met name doordat toch regelmatig grote orders de markt passeren. Zo heeft Egypte een hele grote order geplaatst voor tarwe uit de Zwarte-Zee-regio. De verwachting is dan ook dat de markt door de aanhoudende vraag wel weer wat gaat aantrekken.

Prognose: stabiel tot licht hogere prijzen.