Telers moeten alert blijven op chloorprofam
De opluchting is groot in de aardappelsector dat er een tijdelijke limiet van 0,4 milligram komt voor chloorprofam (CIPC). De limiet gaat gelden ergens in de zomer van 2021. Tot die tijd geldt de oude maximale residulimiet (MRL) van 10 milligram. Dit betekent echter niet dat aardappeltelers niks hoeven te doen. Want de tijdelijke limiet geldt voor maximaal tien jaar en kan tussentijds worden verlaagd. Na het verlopen van de tijdelijke norm gaat de detectiegrens van 0,01 milligram gelden. Dan mogen er geen residuen van het kiemremmingsmiddel chloorprofam meer worden gevonden in aardappelen.
We willen afspraken maken over hoe we chloorprofam-residuen gaan monitoren
LTO-vakgroep: teler, laat je bewaarschuur onderzoeken
Voorzitter Hendrik Jan ten Cate van de LTO-vakgroep Consumptieaardappelen raadt telers dan ook aan zelf te laten onderzoeken of hun bewaarschuren afgelopen zomer afdoende zijn gereinigd. “Ik heb zelf ook een bewaarplaats met een lang verleden van chloorprofam. Ik laat zelf monsters nemen. Dat raad ik alle telers aan.”
Ten Cate is reuze blij dat er een tijdelijke norm gaat gelden. “Een haalbare norm was van het begin af aan onze inzet. Het duurt nog een jaar voor de tijdelijke norm ingaat. Aardappeltelers hebben dus nog een jaar om te zorgen dat hun bewaarplaatsen schoon zijn. Dat is geen kleinigheid. Telers die zijn omgeschakeld naar een biologische bedrijfsvoering, hebben ervaren dat het bijna ondoenlijk is om chloorprofam volledig te verwijderen als je een bewaarplaats hebt waar veel hout in is verwerkt.”
LTO wil met alle partijen in de aardappelketen om tafel gaan zitten, zegt Ten Cate. “We willen een beeld krijgen hoe effectief de schoonmaakacties van afgelopen zomer zijn geweest. Ook willen we afspraken maken hoe we chloorprofam-residuen gaan monitoren.”
Ook directeur André Hoogendijk van BO Akkerbouw is opgelucht. “Deze problematiek heeft voor veel hoofdpijn gezorgd in de hele sector. In de Taskforce Kiemremming van BO Akkerbouw hebben LTO, NAV, VAVI en NAO hard gewerkt aan een oplossing, samen met hun Europese partners. Er zijn inmiddels alternatieve middelen beschikbaar voor de kiemremming en er ligt een schoonmaakprotocol voor bewaarplaatsen. Nu is er ook duidelijkheid over de tijdelijke MRL. Hiermee kan de sector verder.”
Vavi adviseert telers monsternameprotocol te gebruiken
Ook de aardappelverwerkende industrie is erg blij met de tijdelijke limiet voor chloorprofam, zegt secretaris Hylke Brunt van de Vereniging voor de Aardappel Verwerkende Industrie (Vavi). “Het is erg belangrijk voor de hele aardappelsector en niet alleen voor de verwerkende bedrijven. Het opdoemende probleem van te hoge residuwaarden als gevolg van cross contaminatie is grotendeels afgewend. Maar telers moeten hun bewaarplaatsen blijven schoonmaken. Het reinigen is een inspanningsverplichting die de Europese Commissie van de sector vereist en die is meegenomen in deze besluitvorming over de tijdelijke limiet.”
De verwerkers gaan steekproefsgewijs monsters nemen van de aardappelen, zegt Brunt. “Dat is onderdeel van het voedselveiligheidscertificaat. Dat doen we ieder jaar en het komende jaar kijken we nadrukkelijker naar residuen van chloorprofam in de aardappelen. Een teler is uiteraard vrij om zelf een monster te nemen. We adviseren dan wel dat hij het monsternameprotocol gebruikt dat wordt gebruikt door Controlerende Instanties (CSi).”
Lees ook: Verbod chloorprofam kost aardappelhandel zeker € 75 miljoen
Jaarlijks controle voor Vvak-certificaat
Eisen met betrekking tot chloorprofam zijn opgenomen in het certificaat Voedsel- en Voederveiligheid Akkerbouw (Vvak). Alle telers van consumptieaardappelen krijgen jaarlijks een fysieke bedrijfscontrole voor het Vvak-certificaat in de periode dat er aardappelen op het bedrijf aanwezig zijn. De controle kan plaatsvinden tijdens de bewaring, maar ook buiten het bewaarseizoen tijdens de teelt. Bij 10% van de telers wordt een knolmonster genomen. Het monster wordt ook onderzocht op resten van chloorprofam, zegt directeur Hoogendijk van BO Akkerbouw. “Dit seizoen richt de bemonstering zich geheel op de bewaring en vindt plaats in de periode van januari tot augustus 2021.”
Telers kunnen zelf onderzoek laten doen. Ze kunnen ook hun verwerkers vragen de aardappelen te onderzoeken. Ook verwerkers hebben baat bij chloorprofamvrije aardappelen.
Wat kost een test op chloorprofam?
Eurofins Agro kan testen of er residuen van chloorprofam zitten in aardappelen of bewaarschuren. Een analyse van een monster aardappelen kost € 95, exclusief monstername. De teler kan het monster zelf nemen. Als de analyse is bedoeld voor een accreditatie, dan moet het monster door een onafhankelijke partij worden genomen.
Eurofins kan ook de bewaarplaats onderzoeken. Dan worden twee swabs genomen, waarbij met een doek over de te onderzoeken plaatsen wordt gewreven. De eerst swab is het controlemonster, de tweede de te onderzoeken objecten. Dit onderzoek met twee swabs kost € 500, inclusief monstername. In beide gevallen heeft de teler na drie dagen de uitslag in huis.
Besluitvorming sinds juni 2019
In juni 2019 werd duidelijk dat chloorprofam geen verlenging krijgt. Het is per 6 januari 2020 verboden in de Europese Unie. Er gold een opgebruiktermijn tot 8 oktober. Door het verbod werd automatisch een maximale residulimiet (MRL) van 0,01 milligram per kilo aardappelen (1 miljoenste deel) van kracht, de zogenoemde detectiegrens waarop een stof nog vindbaar is.
Maar chloorprofam kan jarenlang aanwezig blijven in kieren en naden van bewaarschuren of in de ventilatoren, en alsnog in de aardappelen trekken. Er zijn schattingen dat bij de detectienorm de helft van de aardappeloogst onbruikbaar zou worden voor consumptie. En op grote schaal nieuwe bewaarschuren bouwen, zou een enorme kapitaalvernietiging betekenen.
Tijdelijke MRL-limiet volstrekt veilig
Daarom heeft de Europese aardappelsector hemel en aarde bewogen in Brussel voor een tijdelijke MRL-limiet. Die is er gekomen, namelijk 0,4 milligram per kilo aardappelen. Deze norm wordt gezien als volstrekt veilig voor de volksgezondheid en over het algemeen haalbaar voor de telers. De tijdelijke limiet is een besluit van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoerders (SCoPAFF), waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd. Het besluit gaat nu naar de Europese Raad en het Europees Parlement. De Raad zal ongetwijfeld instemmen, want die bestaat net als het ScoPAFF uit vertegenwoordigers van alle lidstaten. Ook het parlement sluit zich meestal aan bij besluiten van het ScoPAFF.
Als Raad en Parlement zijn gehoord, volgt publicatie in het Official Journal van de Europese Commissie. Zes maanden na publicatie treedt het besluit in werking, naar verwachting rond de zomer van 2021. Tot die tijd blijft de oude limiet van 10 milligram van kracht, die dus ook blijft gelden voor oogst 2020.
Verhoging limiet is niet realistisch
De tijdelijke MRL houdt ook in dat de verwerkers aardappelen moeten monitoren op resten van chloorprofam. Ze moeten hun bevindingen delen met Brussel. Als blijkt dat in de praktijk een lagere norm dan 0,4 milligram wordt gehaald, gaat de tijdelijke norm omlaag naar wat haalbaar is in de praktijk. Dat gaat net zolang door tot de detectiegrens van 0,01 milligram is bereikt, of de tijdelijke norm afloopt in 2031. Vanaf dan geldt sowieso de detectiegrens.
Als uit de monitoring blijkt dat de 0,4 milligram niet wordt gehaald, dan moet de sector er een tandje bij zetten wat betreft het schoonmaken van bewaarplaatsen of het vermijden van bewaarplaatsen waar ooit chloorprofam is gebruikt. Een verhoging van de limiet is niet realistisch. Aardappeltelers kunnen dus niet achteroverleunen als ze net onder de 0,4 milligram zitten. Want de tijdelijke MRL kan worden aangescherpt en dan moeten ze opnieuw aan de schoonmaak.
Bron Boerderij