Telers verkopen hun uien momenteel voor € 70 of € 75 per 100 kilo. Voor de supers wordt wel € 80 neergeteld. En in de handel wordt zelfs al gesproken over een euro per kilo. Waar gaat het naartoe dit seizoen met de uienprijzen?

Het is redelijk onvoorstelbaar – en daarmee ook onvoorspelbaar – hoe rekbaar de uienmarkt is dit seizoen. De prijs zet er steeds weer een stap naar boven bij. Het komt allemaal door schaarste, ingegeven door kleinere arealen en lagere opbrengsten door extreem weer. Vraag en aanbod bepalen, zoals altijd, de markt. Toch is de psychologische grens die dit seizoen weer is doorbroken gunstig voor de aanvang van seizoen 2023-’24. Telers staan er stevig door in hun schoenen en de contractprijzen zijn – met € 15 tot € 17 af land – hoger dan voorheen.

Bovendien lijken de arealen in Nederland niet echt te groeien, waarmee niet alleen de prijs wordt beschermd maar ook de gewasgezondheid. Fusarium is immers een ziekte die alleen met ruimere rotaties kan worden teruggedrongen. En de hoge kostprijs brengt risico’s met zich mee. De markt blijft een kwestie van vraag en aanbod, maar op dat laatste heb je als sector direct invloed en dat kan de vraag doen toenemen.

Rode uien
Rode uien is een markt op zich en die was vrij stabiel dit seizoen, het begin was het beste. Met geel kon je dit keer dus meer verdienen. Maar dat biedt geen garanties voor de toekomst. Het areaal rode uien zal stabiel blijven, mede door zaadbeschikbaarheid. Dat lijkt ook wel gezond voor die markt.
Tekst gaat door onder grafiek

Smaakmakers op de uienmarkt
Momenteel zijn Spanje, Portugal, Engeland en Italië smaakmakers op de uienmarkt. Daarvoor wordt naarstig naar mooie grove partijen gezocht. Daarvan zijn er minder beschikbaar dan van fijnere exemplaren. Die hoge prijzen tellen vooral voor uien die richting de retail gaan. Op de lokale markten is het lastig terug te verdienen.

De baalprijs hobbelt achter de telersprijs aan en zit rond de € 65. Dat gaat dan wel over uien die goedkoper – voor € 50 of € 60 – zijn ingekocht. De inkoopprijzen van maart zijn € 60 tot € 65 en voor april € 70 tot € 75. Geen vuiltje aan de lucht, zo lijkt het. Zolang zich geen concurrentie meldt, is dat zeker de waarheid. En voorlopig zijn er geen kapers aan de kust, omdat er overal wat aan de hand is met de uienproductie. Egypte oogst 30% minder, Nieuw-Zeeland heeft oogstproblemen en China kent ook hoge prijzen. De zelfvoorzienendheid van landen neemt bovendien af. Daar liggen nog meer kansen. Voor verwerkers is het dus zaak om de handel goed te spreiden. Dat betekent dat klanten regelmatig worden teleurgesteld. Kortom, Nederland regeert op de uienmarkt.

Het is een bijzonder seizoen, memorabel wellicht. Wie vroeg verkocht, likt wellicht zijn wonden. Maar ook toen waren de prijzen zeker niet slecht. Het heeft de markt in elk geval goed op gang geholpen en dat is wat de verwerking ook nu probeert te blijven doen. Voorlopig is een prijsdaling dus zeker niet nodig. Afwachten of die euro realiteit wordt.

Prognose uienprijzen: prijsstijging.

Bron Boerderij