Voedingsbedrijven worstelen met tekort zonnebloemolie
Het tekort aan zonnebloemolie raakt de Europese aardappelverwerkende sector zwaar.
Bedrijven zijn al begonnen om alternatieve olie te gebruiken, om zich aan te passen aan de verstoring van de markt, zegt Laurence Castaigne, woordvoerder van de European Potato Processors’ Association (EUPPA)in Brussel. ‘’De vooruitzichten zijn somber. Ik denk dat we nog een week of wat aan voorraden hebben maar niet meer”, zegt Christophe Vermeulen, directeur van Belgapom.
Aardappelen gebakken in zonnebloemolie
De aardappelverwerkende bedrijven in Europa draaien er jaarlijks zo’n 19 miljoen ton aardappelen door, waarvan een groot deel wordt gebakken met zonnebloemolie. Die olie is normaal gesproken vooral afkomstig uit Oekraïne, veruit de grootste producent in Europa en de grootste exporteur ter wereld. Vorig jaar was dat land goed voor een productie van 7,5 miljoen ton olie, waarvan 7 miljoen ton werd geëxporteerd. Volgens cijfers van het CBS werd daarvan voor € 538 miljoen getransporteerd naar Nederland. Daarmee was Nederland de grootste buitenlandse afnemer van de zonnebloemolie uit Oekraïne, voor Spanje en Italië. De problemen worden nog verergerd door het feit dat Rusland de tweede producent ter wereld is maar haar zonnebloemolie vanwege de economische boycotten niet aan de wereld mag of kan verkopen.
Grootste probleem is export
Als alles lukt, haalt Oekraine dit jaar hooguit 60% van de oogst die het voorheen van het land haalde, voorspelde CEO Yevgen Osypov van de wereldmarktleider in zonnebloemolie Kernel onlangs op CNN. Maar dan moeten de velden wel vrij zijn gemaakt van door de Russen achtergelaten mijnen en ander oorlogstuig en moeten die Russen zelf uit de buurt blijven. Het grootste probleem is nu export via de havens. “Hoe krijgen we de productie het land uit. Als dat niet mogelijk is, dan zullen de Oekraïense boeren überhaupt ervan afzien om nog te zaaien”, vreest Osypov.
Toch was er volgens een recente opgave van adviesbureau UkrAgroConsult eind april al zo’n 1,4 miljoen hectare aan zonnebloemen gezaaid terwijl het werk op het land, waar dat mogelijk is, ook gestaag doorgaat. Maar dat is bij lange na nog niet het areaal zonnebloemen dat voorheen in Oekraïne werd geteeld. In 2020 was dat nog 6,6 miljoen hectare. Analist Sergei Feofiloy: ‘’We gaan uit van drie scenario’s voor de agrarische productie in Oekraine in 2022: een pessimistisch scenario, een optimistisch scenario en een gemiddeld scenario. Op dit moment lijkt het laatste het meest waarschijnlijke.”
Frans areaal zonnebloemen opgevoerd
Eén van de landen die snel heeft gereageerd op de situatie is Frankrijk. De Fransen behoren met een productie van 1,7 miljoen ton zonnebloempitten, al tot de grootste zonnebloemlanden in Europa. Desondanks moest het vorig jaar toch nog zonnebloemolie importeren uit Oekraïne. Terwijl de eigen Franse olie vooral naar merkproducten gaat, is die uit het buitenland bestemd voor de voedselproducenten of de horeca. Om waar mogelijk in de dreigende tekorten te voorzien, wordt het Franse areaal zonnebloemen al opgevoerd van 700.000 hectare in 2021 naar rond de 800.000 hectare dit jaar met in 2023 nog een sprong naar 900.000 hectare. Groupe Avril, de coöperatieve koepel die zijn oorsprong heeft in de olie- en eiwithoudende gewassen, gaat parallel de verwerkingscapaciteit voor die zonnebloemen ook verder opvoeren. Fediol, de Europese organisatie voor de sector, kan nog niet aangeven of andere landen ook meer gaan produceren.
Brussel, het Amerikaanse USDA en marktanalisten gaan uit van een beperkte groei van het areaal zonnebloemen in de EU. Maar de opbrengst daarvan is bij lange na niet voldoende om de weggevallen import uit Oekraïne te compenseren.
De tekorten manifesteren zich niet alleen in de supermarkten en andere winkels in heel Europa, waar zonnebloemolie al weken is uitverkocht, maar in even sterke mate bij veel voedingproducenten.
Spanje en Groot-Brittannië maken zich zorgen
De Spaanse bond van koekjesfabrikanten waarschuwde al snel na het uitbreken van de oorlog voor dreigende tekorten aan typisch paasgebak. De Britten vrezen voor een tekort aan hun nationale ‘dish’ fish and chips. ‘’Er zijn rond de 10.500 fish and chips-shops in ons land. Maar zo’n 3.500 kunnen het loodje leggen nu ze na de sterk gestegen energiekosten ook meer moeten betalen voor alternatieve olie om de vis en patat in te bakken,” aldus de National Federation of Fish Friers NFFF.
Want niet alleen de prijzen van zonnebloemolie zijn enorm gestegen door de tekorten, ook de prijzen van andere plantaardige olie. Zonnebloemolie was eind april zo’n 35% duurder dan de dag voor de Russische invasie. Voor alternatieve olie moet al gauw 30 tot 50% meer worden betaald dan een jaar geleden.
Alternatieve oliën
Voedingsbedrijven nemen daarom steeds meer hun toevlucht tot alternatieve oliën, zoals Castaigne al aangaf. Alternatieven kunnen variëren van koolzaadolie, soja- tot palmolie. Maar hij benadrukt dat daar veel haken en ogen aan zitten voor aardappelverwerkers. ‘’Veranderingen in het productieproces maken ook een wijziging van de verpakking nodig. Omdat er op EU-niveau geen richtlijnen zijn, is het aan de lidstaten zelf om in dit kader te beslissen over mogelijke afwijkingen van de etiketteringsregels. De leden van de European Potato Processors Association (EUPPA) voldoen aan de nationale regels en zetten altijd de veiligheid van de consument op de eerste plaats. Maar het gebrek aan harmonisatie van productetikettering maakt het voor bedrijven erg moeilijk om in deze moeilijke tijden aan alle voorschriften te voldoen. Op korte termijn gezien kan een geharmoniseerde flexibiliteit van de voedingsetikettering en van de officiële controles in de hele EU, op voorwaarde dat de voedselveiligheid en volksgezondheid geen risico lopen, bedrijven helpen om de snel veranderende beschikbaarheid van ingrediënten het hoofd te bieden.”
Mickaël Nogal, voorzitter van de organisatie van voedingsproducenten Ania waarschuwt ook dat ‘je het vervangen van één ingrediënt door een ander vaak niet met het even klikken met je vingers kunt regelen’: ‘’Bedrijven willen dat de smaak, de samenstelling en de voedingswaarde van hun producten bewaard blijft en ook voorkomen dat hun consumenten gezondheidsproblemen krijgen. Vervangen van zonnebloemolie vergt daarom veel onderzoek en ontwikkeling en kan een tijdrovend proces zijn.”
NVWA handhaaft nog niet
In Nederland heeft de NVWA aangekondigd voorlopig niet te handhaven als bedrijven producten verkopen die niet aan de omschrijving voldoen door het tekort aan zonnebloemolie (zie kader). In het Verenigd Koninkrijk is de Food Standard Agency minder toegevend. Die voedselveiligheidsdienst informeert consumenten dat sommige producten nu andere geraffineerde plantaardige olie bevat hoewel er op het etiket zonnebloemolie staat. Directeur Emily Miles: ‘’Als bedrijven besluiten om olie te vervangen dan verwachten we dat ze zo snel mogelijke accurate etikettering voorbereiden en drukken zodat de consumenten vertrouwen blijven hebben in de voeding die ze kopen. Afwijking van de etiketten mag alleen tijdelijk zijn.”
Terugkerend naar Frankrijk is daar een decreet van kracht geworden dat producenten voorlopig toestaat zonnebloemolie te vervangen door andere oliën zonder de verpakking te veranderen. Die vrijstelling geldt daar voorlopig voor zes maanden. ‘’Wij juichen dit besluit toe. Sommige verpakkingen kunnen binnen twee maanden worden veranderd, het is allemaal korte termijn, maar we gaan het aanpassen,” zegt Jérôme Foucault, voorzitter van de organisatie van MKB-voedingsbedrijven Adepale. Maar de consumentenorganisatie UFC-Que Choisir is bepaald niet gelukkig: ‘’Dit brengt onzekerheid voor de consument. Die weet in algemene lijnen dat er wat is veranderd, maar heeft verder geen idee over het hoe en wat. Wij eisen daarom dat er zo snel mogelijk een lijst komt van alle betrokken producten.
Bron: Food Agribusiness