VTA onderkent het belang van data-uitwisseling
“Wij onderkennen het belang van het verzamelen en delen van data. Dat doen wij als VTA al volop voor vijf gewassen en onze leden zien de meerwaarde ervan.” Dat zegt voorzitter Jaap Botma van de Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) in reactie op de Toekomstvisie Akkerbouw die BO Akkerbouw en RaboResearch deze week hebben gespresenteerd.
De VTA vertegenwoordigt ruim 30 procent van het Nederlandse areaal aan consumptieaardappelen en uien. Ook voor knolselderij en wortelen kan VTA haar 900 leden een representatief beeld van de markt bieden.
Betere onderhandelingspositie
Met het eigen marktinformatiesysteem bewijst VTA het nut van de in het rapport genoemde data-uitwisseling. Het zijn de leden van VTA die het systeem vullen met gegevens. “In het begin van het seizoen maken we een areaalinschatting. Voor aardappelen en uien doen we proefrooiingen en in de bewaarperiode maken we voorraadinventarisaties voor de verschillende gewassen”, legt Botma uit. “Hiermee kan de teler inschatten wat er nog op de markt gaat komen.”
Door de anonieme uitwisseling van informatie kunnen telers hun onderhandelingspositie en zo hun verkoopresultaat verbeteren. “Leden kunnen transacties bij ons melden. Dat gebeurt in voldoende mate en wij proberen te stimuleren dat we dit verder kunnen uitbreiden.” Botma merkt wel op dat de dataverzameling en –uitwisseling van VTA uitsluitend door en voor telers is, en niet in ketenverband zoals de Rabobank voorstelt. Om een zuiver beeld te krijgen moeten van de transacties ook documenten overlegd worden.
Onder vergrootglas
Een ander punt van herkenning in de Toekomstvisie Akkerbouw is dat de sector onder een vergrootglas ligt. Men name voor wat betreft de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen en de bemesting. “In het rapport wordt vooral een beschrijving gegeven van de huidige situatie en de verwachting op de korte termijn. We leven echter in een snelle tijd, met ontwikkelingen die plots een andere richting kunnen geven”, en ook daar moet de sector in zijn visie op inspelen.
Als voorbeeld grijpt Botma terug naar de zorg over de prijzen van de suikerbietenteelt, zoals daar tien jaar geleden tegenaan werd gekeken. “Omdat er sindsdien door veredeling grote vooruitgang is geboekt, is die discussie verstomd.” Ook bij andere gewassen verwacht de VTA-voorman dat door veredeling stappen zullen worden gezet.
De akkerbouwer moet zich meer oriënteren op zijn omgeving, stellen de opstellers van het Raborapport. “Inderdaad. Wat we wel moeten doen is te zorgen, dat het maatschappelijk geaccepteerd is.” Hij ziet hier overigens geen taak voor de VTA weggelegd, maar wel voor de belangenbehartigende organisaties. “Die zijn daar al mee bezig. Wij gaan hun werk niet over doen.”
Grondconstructies
Volgens de samenstellers van het Raborapport is het belangrijk dat akkerbouwers voldoende grond tot hun beschikking hebben en houden. Dat kan volgens de Rabobank via inventieve samenwerkingsvormen met bijvoorbeeld stoppers. Ook partijen die in boerenland beleggen, zijn in beeld. Botma wijst erop dat grote beleggers zoals ASR en Fagoed, maar bijvoorbeeld ook regionale stichtingen gronden aankopen en aanbieden aan boeren. “Dat zijn instellingen met een hele lange beleggingshorizon”, zegt Botma. Voor een ondernemer die in een overnametraject zit, kan de samenwerking met een belegger aantrekkelijk zijn, terwijl voor een akkerbouwer die al langer een bedrijf heeft, juist aankoop interessanter is. “Het is per bedrijf anders. Het gaat om maatwerk.”
Bron Akkerwijzer