De opbrengst van dit seizoen zit, ondanks de hittegolven waar telers mee te maken kregen, zoals verwacht rond het langjarig gemiddelde. De spreiding in opbrengsten per hectare is groot: van 24,8 tot 84,7 ton per hectare. Zowel regionaal als tussen percelen in regio’s bestaan grote verschillen. Dat heeft alles met vochtvoorziening te maken; de mogelijkheden van beregenen en de variatie in weersomstandigheden.

In de noordelijke helft van het land is een gemiddelde van 62,4 ton per hectare geregistreerd, in het Zuiden 51,5 ton. Het percentage 60 millimeter opwaarts zit met 57 ook rond het meerjarig gemiddelde. In het Noorden is dit 56,4% en in het Zuiden 56,9%.

Areaalgroei uien zorgt voor veel grotere productie dan in 2018

“Een gemiddeld jaar met grote verschillen”, vat Jaap Monster van de handelscommissie uien van VTA samen. “Het is allemaal niet vanzelf gegroeid. De teeltkosten liggen daardoor ook hoger. Een nette prijs is dan ook op z’n plaats. De marktstemming is gelukkig positief.”

De productie zal dus veel groter uitpakken dan in 2018. Het areaal is immers bijna 7% gegroeid, door de 10% groei in zaaiuienareaal (bron: CBS). In 2019 is bijna 28.000 hectare zaaiuien geteeld. Vermenigvuldigend kom je dan op een netto-productie van zo’n 1,5 miljoen ton zaaiuien in 2019 (ruim 80% meer dan in 2018, toen 828.000 ton is geproduceerd). Dat zou een nieuw record betekenen. Het oude record is de 1,3 miljoen ton uien dat werd geproduceerd in 2017.

Op tijd beginnen met beregenen

In het bijzonder droge 2018 is bij de VTA-proefrooiing gemiddeld 41,4 ton per hectare geoogst. De bandbreedte was toen extreem met een minimum opbrengst van 6,8 ton en een maximum van 83,9 ton.

Net op tijd een bui hielp teelt 2019, maar ook op tijd beginnen met beregenen. Dat was een les uit vorig jaar. “Beregenen werkt behoorlijk opbrengstverhogend”, weet Monster. “De doorgaans gunstige beregeningsmogelijkheden in het Noorden dragen bij aan de grotere hectare-opbrengsten. Daarbij moet worden gezegd dat bij VTA gemiddeld genomen veel telers zijn aangesloten die kunnen beregenen. Daardoor kan de proefrooiing iets gunstiger uitpakken dan bijvoorbeeld straks de cijfers van het CBS.”